Vandaag zit Suyin Aerts tegenover me. Een vrouw met een indrukwekkend palet aan ervaringen: ze is bedrijfsleider van X-treme Creations, keynote speaker, auteur en sinds kort ook podcasthost. Haar tweede boek, “10 Quintessential Questions”, werd recent uitgebracht en kreeg lovende recensies, ook van mij. Ze vat het zelf mooi samen: “We need to ask ourselves the right questions and dare to be brave enough to ask other people the right questions as well.” Voor Suyin is een goeie vraag namelijk uitnodiging om je eigen perspectief te verrijken en dat van een ander te begrijpen.

Nog voor ik op de opname start komen er – naast een tasje koffie en een lotuswafeltje – al heel wat boeiende onderwerpen op de tafel. Zoals: intentie, macht, dankbaarheid en hoe bepaalde levenservaringen een blijvende indruk maken. Maar goed, nu wordt het tijd om de opnameknop omhoog te schuiven terwijl ons gesprek moeiteloos verder gaat met een thema dat diep verweven lijkt met wie Suyin is: haar jeugddroom om oorlogsjournaliste te worden. 

De aantrekkingskracht van de waarheid 

“Weet je,” begint Suyin, “steeds meer denk ik dat dat eigenlijk wel een beetje een eerste idee was. Dat ik heel graag op zoek wou gaan naar de waarheid. Dat is iets wat ik nog altijd heel graag, heel graag doe.” Ze kijkt me recht aan, een stille vastberadenheid in haar blik. “Omdat ik ook denk dat ik iemand ben die nogal bestand is tegen mooie waarheden en af en toe ook minder mooie waarheden.” 

Het vermogen om met die verschillende lagen van de waarheid om te gaan, heeft haar altijd onderscheiden. “Ik heb ook het gevoel dat heel mijn leven lang al mensen eigenlijk bijna ongevraagd hun waarheid aan mij vertellen. En mij ook toelaten om daarop door te vragen.”  

Toch is die zoektocht naar de waarheid geen vrijblijvende oefening. Suyin koppelt dit aan een persoonlijke ethiek die ze diep voelt. “Eén van de zaken die ik in mijn tweede boek benoem, is hoe belangrijk het is om na te denken als je vragen stelt aan andere mensen: is dat een vraag die je zelf zou beantwoorden op het moment dat je ze krijgt?” Ze pauzeert even, alsof ze de woorden zelf, net zoals het lotuswafeltje van daarnet, opnieuw proeft. “En ik denk dat je ook als goede journalist aanvoelt dat je op een bepaald moment eigenlijk wel verder kan gaan. Omdat je dat vertrouwen wel gecreëerd hebt met die persoon maar dat je er eigenlijk alleen maar een scoop gaat uithalen voor jezelf.” 

Haar stem klinkt nu vastberaden: “Mensen vragen stellen en ervoor zorgen dat ze er idioot uitzien, dat is zo makkelijk. Maar integendeel, echt zorgen dat je naar de kern gaat die ook echt waarde heeft voor andere mensen, vind ik een grote kracht.” Verteld ze. 

Van oorlogsjournalist naar rolmodel 

De oorsprong van haar passie ligt in haar middelbare schooltijd, bij een leraar die zowel moraal als journalistiek in de klas bracht. “Hij was een oorlogsjournalist, op dat moment was het Golfoorlog,  en hij combineerde eigenlijk zijn rol als lesgever met een rol voor televisie en voor radio.” 

Zijn verhalen hadden een diepgaand effect. Ze brachten haar niet alleen in contact met de rauwe realiteit van oorlog, maar inspireerden ook een diepe waardering voor degenen die de waarheid durven brengen, hoe ongemakkelijk die soms ook is. “Ik herinner mij dat als een van de leraren die echt indruk heeft gemaakt op mij.” 

Later zou die fascinatie een bijzondere wending nemen. “Ik heb voor mijn tweede boek ook Rudy Vrankx mogen interviewen. En blijkt dat zij nog samen gewerkt hebben.” Haar stem krijgt een licht enthousiaste klank. “Ja, ik vind Rudy Vranckx echt een rolmodel.” 

Maar haar motivatie reikt verder dan journalistieke bewondering. “Niet omdat ik hou van oorlog, misschien eerder omdat ik naïef ben en geloof in vrede. Maar vooral omdat ik heel erg op zoek ben naar de waarheid. En ook vind dat de waarheid soms een brugje nodig heeft die je als journalist kan leggen om dat naar een aantal andere mensen te brengen.”

De kracht van openheid en vertrouwen 

“Ik vraag mij af wat jij zou uitstralen waardoor mensen ook gemakkelijk hun verhaal tegen jou doen.” 

Suyin glimlacht even, alsof ze zelf ook nieuwsgierig is naar het antwoord. “Goeie vraag. Ik denk een bepaalde kracht waarschijnlijk. Dat mensen denken: ze kan mijn verhaal wel aan. Ik denk dat mensen ondertussen ook wel weten dat ik van nogal wat markten thuis ben. Al heel veel situaties gezien heb, in verschillende sectoren gezeten heb. Dus misschien ook daarom. Maar ook op persoonlijk vlak denk ik. Het is inderdaad wel bijzonder.” 

Ze haalt een recente ervaring aan die dit illustreert. “Het doet mij denken aan een moment vorige week op een event. Lang verhaal, ik ga het proberen kort te maken. Waar eigenlijk een vrouw vertelde dat ze het heel lastig had met een geheim, wat een heel goede vriendin aan haar verteld had. En die vriendin had haar op het hart gedrukt: ik vertel dit aan jou, vertel dit vooral niet verder.” 

Met dat verhaal raakte ze een collectief thema aan: de behoefte om iets te delen, ook als het lastig is. “Ik denk dat mensen altijd wel de nood hebben om geheimen van zichzelf of geheimen van anderen met iemand te delen. Dus aan iemand echt kunnen zeggen: ik vertel jou dit nu, vertel dit niet verder.” Ze pauzeert even en kijkt opnieuw naar de woorden die ze zonet uitsprak. “Is misschien een andere zin: Wat kan een geheim zijn? Bijvoorbeeld als het gaat om  iemand die zijn partner bedriegt, zeg dan van: “ik vertel dit jou. Ik reken erop dat dat niet bij de partner komt of niet bij zijn omgeving komt.” Maar ik begrijp volledig dat je dat ook wel wil bespreken met andere mensen.”  

Leiderschap is vragen durven beantwoorden 

“Sta je stil bij welke vragen je stelt en of je die zelf wel zou willen beantwoorden?” Het is een vraag die me intrigeert terwijl ik deze aan Suyin voorleg. “Vandaag ben jij ook zelf een leider,” voeg ik eraan toe. “Als jij met mensen doorpraat, je medewerkers of klanten, sta jij daar dan ook extra bij stil? Net omdat je dat zo belangrijk vindt?” 

Suyin knikt, met een reflectieve blik. “Ja. Ik denk het wel. Ik hoop dat wij in ons bedrijf een sfeer proberen creëren waar toch wel een bepaalde openheid is. Omdat ik uit ervaring ook wel weet dat het goed is om met de andere mensen in het team te delen als er iets heel goed gaat of iets helemaal niet goed gaat, of het nu aan de job gelinkt is of niet aan de job gelinkt is.” Toch benadrukt ze dat deze openheid niet grenzeloos mag zijn. “We moeten ook wel respect hebben, denk ik, dat mensen niet hun hele leven willen gaan uiten op een bedrijf.” 

Al is openheid binnen een organisatie volgens Suyin geen keuze, maar een vereiste. “Als een bedrijf echt die cultuur heeft van een bepaalde openheid en jij komt daar binnen en je wil niet mee in die openheid, dan denk ik dat dat iets is dat je op lange termijn echt wel gaat verrekenen. En dat je dan veel beter bent in een bedrijf wat vaak veel groter is en waar anonimiteit misschien meer aanwezig is. Dat zal jou dan beter liggen.” 

Zelf ziet ze delen als een belangrijk element van haar leiderschap. “Ja, ik zal veel vragen stellen, ik zal veel luisteren, maar ik ben ook wel echt bereid om veel dingen te delen met de mensen in mijn team. Enerzijds omdat ik hoop dat door mijn ervaring zij sneller kunnen groeien.” Haar stem wordt zachter, alsof ze haar woorden even overdenkt. “En ook omdat ik helemaal niet bang ben dat ze dan kunnen wat ik kan en dat ik dan irrelevant word. Dat geeft mij alleen maar meer tijd om zelf in een bepaalde andere richting te gaan groeien als leider van het team en op die manier nieuwe leiders te kweken die hun eigen leven in handen kunnen nemen.”

Mentoren, mentees en de kracht van geven 

“Als het gaat over mensen laten groeien,” vraag ik haar, “heb je dan in je leven mensen tegengekomen die je heel erg dankbaar bent? Net omdat die je mee richting hebben gegeven, mee hebben laten groeien?” 

Suyin glimlacht. “Ik ben nu mentor van een aantal mensen. De meeste omwille van mentorprogramma’s die door anderen gefaciliteerd werden en waar je in contact gezet wordt als mentor met een mentee.” Wat haar hierbij opvalt, is dat de dynamiek tussen mentor en mentee niet altijd volgens een traditioneel patroon verloopt. “Ik vind dat echt een tweerichtingsverkeer. Ik geloof echt in reversed mentorship.” 

Ze deelt een persoonlijke anekdote. “Af en toe komen mensen ook zo naar mij, met de vraag: wil je mijn mentor zijn? Ik heb dat zelf eigenlijk misschien nooit echt gedaan, aan iemand gevraagd. Alhoewel, ik heb het ooit aan Peter Hintze wel gevraagd, als ik eerlijk ben. Ik heb hem gezegd van kijk: ik kijk op naar wat je doet en ik wil heel graag een aantal dingen bereiken die jij al bereikt hebt.” 

Dankbaarheid lijkt voor Suyin een leidraad te zijn in haar professionele én persoonlijke leven. “Ik ben mij wel bewust dat heel wat mensen in mijn netwerk mij toch wel geholpen hebben om op bepaalde plekken te komen. En ik zal dat ook nooit vergeten. Soms weet je de exacte situatie niet meer. Wat heeft zich voorgedaan? Heb ik effectief om hulp gevraagd of gevraagd om geïntroduceerd te worden? Of hebben die mensen dat uit zichzelf gedaan? Maar ik vind het een hele belangrijke.” 

Suyin hecht ook waarde aan wederkerigheid in relaties. “Ik ben ook altijd heel erg dankbaar als ik merk dat mensen die ik misschien, en zo zijn er wel een aantal, die ik tien jaar geleden of zelfs langer geleden kansen gegeven heb, voorgesteld heb aan bepaalde mensen die echt een verschil gemaakt hebben in hun leven, dat die daar dankbaar voor zijn en daar dankbaar voor blijven.” 

Toch benadrukt ze dat dankbaarheid niet vanzelfsprekend is. “Ik kan mij daar af en toe wel in ergeren: van die mensen die dan compleet vergeten dat ze als succesvolle ondernemers toch wel bepaalde lijntjes gekregen hebben via mij of via mijn man, en die dan plotseling dat helemaal vergeten lijken te zijn. En dan denk ik: zijn ze echt zo kortzichtig en zijn ze het echt vergeten? Of denken ze van: laat ik maar doen alsof ik het allemaal alleen bereikt heb?” Haar woorden klinken scherp, maar haar intentie is helder: niemand bereikt succes helemaal alleen. “Dus ik vind het wel heel belangrijk om dat niet te vergeten.”

De schaduwzijde van macht 

“Macht is iets vies, denk ik,” zegt Suyin met een mengeling van ernst en reflectie. We bespreken de keerzijde van invloed, en hoe mensen soms dromen misbruiken om hun eigen doelen te bereiken. “Zoals je weet, heb ik lang geleden mijn carrière gestart bij televisie. En ik denk dat er al voldoende gesproken is over de verschillende MeToo-verhalen die daar geweest zijn. Die zijn mij ook niet vreemd. En eigenlijk vrij recentelijk heb ik doorgehad dat dat eigenlijk echt gaat over machtsmisbruik, over mensen die een bepaalde functie hebben in de media.” 

Wat haar woorden krachtig maakt, is hoe ze dit probleem niet beperkt tot één sector. “Ik heb hetzelfde zien gebeuren op totaal andere plekken. Ik heb in de fashion gewerkt, ik heb nu een eigen bedrijf en heb op heel veel plekken gewerkt, nu ook in de eventsector. En naar mijn gevoel gebeurt het overal en het is heel vaak: omwille van een machtspositie, mensen dromen verkopen of voelen welke dromen mensen hebben.” 

Het verschil, legt ze uit, zit in intentie. “Dat voel je, dat voel ik ook. Als je mensen tegenkomt dan denk je, oh die zou graag dit bereiken of die heeft dit doel. En dan is het heel fijn om mensen daarbij te helpen. Maar dat eigenlijk gewoon te doen niet om je sterker te voelen of niet om daar zelf iets uit te halen.” 

Ze wijst op twee soorten machtsmisbruik. “Ik denk dat je twee soorten van machtsmisbruik hebt waarin mensen echt gewoon ziek zijn in hun hoofd. En of we die mensen kunnen helpen om weer beter te worden en niet zo te zijn… Blijf vooral uit hun buurt, denk ik dan. En dan heb je er natuurlijk ook een aantal anderen die denken: door de juiste mensen voor mijn kar te spannen, raak ik misschien wel verder.” 

Voor Suyin is intuïtie een cruciale gids. “Ik denk dat je echt heel goed naar je buikgevoel moet luisteren. Proberen om je eigen grote dromen wat aan de kant te zetten. En je goed af te vragen wat je daarvoor over hebt om daar te geraken.”

Dromen als drijfveer 

Ondanks haar ervaringen, blijft Suyin dromen. “Wat ik er heel mooi aan vind,” zeg ik tegen haar, “is dat je benoemt dat mensen dromen misbruiken, maar zelf blijf je dromen. Je zei eerder zelfs dat als je jezelf als startende leider tegen zou komen, je tegen jezelf zou zeggen: ‘je bent nu nog jong, maar ik wil het je meegeven: aim for the moon and the stars.’” 

Suyin glimlacht. “Ja, ik denk dat het belangrijk is. Ik denk dat ik vroeger heel veel getwijfeld heb. Zou ik dit, zou ik dat? En als je twijfelt, dan blijf je zo’n beetje zitten in een onbesliste situatie.” 

Ze benoemt de worsteling die velen herkennen: keuzes maken. “Ik heb het moeilijk met keuzes. Wij zijn al samen gaan eten, Anne, en ik kan nooit kiezen wat ik ga eten. Dat is een rode draad in mijn leven, dat zal nooit veranderen.”

Maar ze heeft door de jaren heen geleerd dat het maken van keuzes, zelfs verkeerde, vaak belangrijker is dan blijven hangen in besluiteloosheid. “Ik denk wel dat het echt, echt cruciaal is om keuzes te durven maken. Goed af te wegen: wat weet ik vandaag om deze keuze te maken, op de beste manier. En dat wil niet zeggen dat alle keuzes de beste keuzes zijn, of dat je nooit foute keuzes maakt, maar ik denk dat je beter foute keuzes maakt dan geen keuzes maakt.” 

Toch benadrukt ze dat sommige keuzes een diepere impact hebben. “De enige keuze die ik uiteindelijk tot nu toe gemaakt heb, waarvan ik denk, dat is echt een keuze voor altijd, is het feit dat ik met de vader van mijn kinderen, nog steeds mijn man, twee kinderen gemaakt heb.” Alle andere keuzes ziet ze als minder definitief, minder zwaar. “Zoals verhuizen naar het buitenland, een job opzeggen, zelfstandiger worden, een huis kopen, een tweede verblijf kopen, whatever, name it. Een boek schrijven, om te denken dat dat een keynotespeaker carrière gaat creëren, en dan zien dat dat misschien toch niet gebeurt, of wel gebeurt. Dus ik denk: keuzes maken is iets wat ik aan mijn jongeren zelf zou zeggen. Van: ga maar voor de keuzes, denk niet te lang na, het komt allemaal wel goed.”

De lessen van het leven 

Wanneer ik haar vraag naar de andere lessen die ze doorheen haar leven heeft geleerd, aarzelt ze geen moment. “Ik heb veel dingen meegemaakt waar ik iets uit geleerd heb.” Haar antwoord komt met een oprechte toon, doordrenkt van ervaringen. 

“Mama worden bijvoorbeeld is iets waar ik zeker en vast iets uit geleerd heb, want daar heb ik uit geleerd dat je heel veel dingen op voorhand kan visualiseren hoe je het zou willen doen en hoe je het dan uiteindelijk ook doet. Ik denk dat niemand die niet zwanger is zich kan voorstellen hoe dat is en weet wat je dan zal doen eens je mama bent.” Ze legt uit dat het moederschap onverwachte vragen met zich meebracht, zoals de balans tussen werk en gezin. “Zet je dan effectief je carrière bijvoorbeeld even op een lager pitje, of net niet?” 

Maar haar leerlessen beperken zich niet tot haar persoonlijke leven van vandaag. “Ik heb ook veel geleerd uit het feit dat ik tijdens mijn danscarrière, een longembolie kreeg waardoor ik heb ontdekt dat ik een bloedafwijking had.” Die ontdekking dwong haar om de rebel in haar, die nergens bang voor was, wat te temmen. “Daar heb ik uit geleerd: de wil is één ding om ergens te geraken, maar af en toe word je toch wel tegengehouden door dingen die je helemaal niet zelf in de hand hebt.” 

Nog intenser waren de lessen die volgden op een herseninfarct, tien jaar geleden. “Ik kon mijn rechterarm niet meer bewegen, dat was natuurlijk wel heel eng. Maar op een moment begon ik wartaal uit te kramen, wat leidde tot compleet mijn stem en mijn woorden verliezen voor een korte tijd. En ook daar heb ik toch wel uit geleerd.” Want wat bleef hangen, was haar nieuwsgierigheid en de waarde die ze hecht aan het delen van meningen en visies. “Ik dus ben dat opnieuw vol gaan combineren met leider zijn van onze eigen zaak. Ik had op dat moment nog niet door dat er voor dat soort mensen een term bestaat, dat dat generalisten zijn, in het Nederlands creatieve generalisten.” Het was iets wat ze voorheen niet wilde horen, “ik wou, denk ik, de grote specialist zijn in alles.” Tijd voor de creative generalist, is dus niet voor niets de titel van Suyin’s eerste boek. 

Leren van onverwachte momenten 

Wat Suyin daarnaast ook onderscheidt, is haar vermogen om lessen te halen uit onverwachte ontmoetingen. “Ik heb ook heel veel, zelfs als meter Plato-trajecten gedaan, waar je eigenlijk op bepaalde momenten met een groep even gaat samenzitten over een businessvraagstuk, laat ons zeggen. Maar heel vaak leer je ook veel uit compleet onverwachte gesprekken. Zelfs met onverwachte mensen op een onverwachte plek.” 

Ze benadrukt hoe waardevol het is. “Openstaan voor die serendipity, die toevalligheid, vind ik wel een belangrijke kwaliteit die ik iedereen toewens. Om die nieuwsgierigheid te hebben en die ook echt niet te kaderen. En te zeggen van: misschien is dit een meisje van vijftien, maar kan ik er heel veel van leren. En misschien is het een dame van negentig en kan ik van haar heel veel leren.” 

Die nieuwsgierigheid definieert Suyin’s kijk op het leven. “Het kan overal en altijd zijn dat je iets leert waar je mee aan de slag kan gaan voor de rest van je eigen verhaal.”

De kunst van nieuwsgierigheid en vragen stellen 

“Nieuwsgierigheid en de juiste vragen stellen zijn echt wel dingen waar wij raakvlakken op hebben,” begin ik. “Het is ook wel iets dat in deze tijd meer en meer naar boven komt. Er zijn veel mensen die benoemen: terug nieuwsgierig zijn, juiste vragen stellen, niet teveel sturende vragen stellen, dat type zaken. Als jij nu aan mensen zou mogen vertellen hoe ze dat moeten doen, wat zou je dan eigenlijk zeggen? Want het is een vraag die ook ik geregeld krijg: hoe word je nieuwsgierig? Hoe stel je de juiste vragen?” 

Suyin denkt even na en antwoordt met de rust van iemand die dit vaak heeft overwogen. “Ik denk dat we allemaal nieuwsgierig zijn als we geboren worden. En ik denk dat afhankelijk welke systemen je doorloopt, van school, van opvoeding, men jou die nieuwsgierigheid wat afleert.” 

Het is een scherpe observatie: nieuwsgierigheid wordt vaak ingeperkt door structuren en verwachtingen. Maar Suyin benadrukt ook dat nieuwsgierigheid niet vanzelfsprekend is. “Soms terecht, want door nieuwsgierig te zijn moet je natuurlijk ook wel mee kunnen.”

Haar eigen ervaring met nieuwsgierigheid is opmerkelijk. “Ik heb eigenlijk, en het klinkt misschien blasé, maar nog nooit een moment gehad waarin ik denk van: ik ben nu zo nieuwsgierig, ik bevind mij in deze situatie, in dit gesprek, maar ik begrijp het niet meer. En zelfs als ik het dan niet zou begrijpen of meer uitleg willen, dan zal ik altijd benoemen van: sorry, je hebt het hier over iets, maar ik heb geen idee waar het over gaat.”

Gezonde nieuwsgierigheid versus voorbereiding en ramptoerisme 

Voor Suyin ligt een belangrijk element in vragen stellen bij eenvoud en duidelijkheid. “Ga er niet te veel van uit dat mensen begrijpen wat jij begrijpt. Dubbelcheck of wat ze jou vertellen, is wat ze bedoelen.” Ze verwijst naar haar ervaringen als moderator in gesprekken. “Ik zit als moderator heel vaak in gesprekken waar ik net iets meer, dankzij voorbereiding, aan info heb, achtergrondinformatie heb van de mensen, waardoor ik soms merk dat mensen in het gesprek zelf op een podium of voor een camera elkaar misbegrijpen.” 

Het benadrukt een essentieel aspect van nieuwsgierigheid: het vermogen om je eigen aannames los te laten en actief te luisteren. “Dan vind ik het heel belangrijk om dat toch wel even te kaderen, want soms krijg je discussies die eigenlijk gaan over hetzelfde. Is dat dan voor de fun om te discuteren? Ik denk af en toe wel, zeker in politiek, maar goed.” 

Een goede voorbereiding speelt hierin een cruciale rol. “De juiste vragen stellen gaat over een heel goede voorbereiding. En dan echt het lef hebben en de nieuwsgierigheid blijven hebben om je voorbereiding ook los te laten en toch de draad niet te verliezen.”

Toch benadrukt Suyin dat nieuwsgierigheid ook grenzen kent. “Vragen stellen, ook durven benoemen als een vraag echt geen goede vraag is. Dat durven benoemen, misschien eerder dan naast de vraag te antwoorden.” Ze wijst op het verschil tussen gezonde en ongezonde nieuwsgierigheid. “Waarom stel ik nu deze vraag? Waarom wil ik dat weten? Is dat uit gezonde nieuwsgierigheid of uit ongezonde nieuwsgierigheid? En ik denk dat de twee bestaan. We zijn allemaal wel een beetje ramptoeristen.” 

De lijn tussen beide is volgens Suyin afhankelijk van context en perspectief. “Wat ik groot vind, vind jij misschien klein. Wat ik oké vind, vind jij misschien niet oké. Dat constant aftoetsen is belangrijk en heeft ook te maken met achtergronden van mensen, culturele achtergronden van mensen, opvoeding, bepaalde dingen begrijpen.”

Waarmee ze nog een ander belangrijk maakt: het belang van je aannames toetsen. “Ik zie als ik juniors heb op kantoor, dat ik misschien van bepaalde concepten uitga dat ze die begrijpen, maar dat dus echt wel afchecken. Want iemand die, ik zeg maar iets, marketing gestudeerd heeft, heeft daarom helemaal geen kaas gegeten van boekhouden. Dus toch even afchecken dat je daar niet al te ver zit in je vraagstelling, terwijl je dichterbij moet beginnen.”

De kracht van intentie: vragen met een doel 

Daarmee raakt ze iets wat ons gesprek doorweeft, soms expliciet, soms tussen de regels door. Voor mij is intentie een sleutel: waarom doe je wat je doet? Wat wil je écht bereiken? “Van waaruit vertrekt een vraag? Van waaruit ga je bijvoorbeeld iemand helpen als je een bepaalde machtspositie hebt? Wat is uw intentie hier eigenlijk mee?”  

Intentie staat centraal, in leiderschap, in vragen stellen en in hoe we ons bewegen in de wereld. 

Suyin knikt instemmend. “Klopt. Dat zeg je heel mooi. Intentie is cruciaal. Dus een gesprek dat ik moet voeren in opdracht van een opdrachtgever, met een panel, daar zit een intentie aan. Daar moet je je aan houden. Niet enkel en alleen omdat ze je betalen, maar ook omdat dat de afspraak is.” 

Ze wijst op het verschil tussen doel en intentie. “Er zijn afspraken, en wat is de intentie? Soms, een ‘intentieloos gesprek’ is geweldig, hè. Met een glas wijn, buiten, uren aan een stuk. Dat heeft geen intentie. Of misschien wel, maar dat is minder gekaderd.” Het brengt een soort vrijheid, maar ook focus: zelfs binnen een duidelijke structuur blijft intentie bepalend. “Het is wel een belangrijke om je vragen binnen de intentie te laten vallen die er is. En de intentie is ook: dit is een aflevering op televisie van tien minuten, of dit is een gesprek van veertig minuten.”

Waarop ik haar vraag of ze intentie ziet als iets anders dan doelstellingen? Suyin’s antwoord is meteen helder. “Ja, want wat ik nu benoem is misschien meer een bepaalde doelstelling, terwijl de intentie meer naar gevoel gaat. Welk gevoel heb je daar?” Ze wijst erop dat intentie veel meer draait om het waarom achter een vraag of actie. “Als journalist, wat is jouw intentie? Is jouw intentie om het gesprek te winnen? Ja, ik hou niet zo van gesprekken waar iemand moet winnen.” 

“Het hoeft geen strijd te zijn…” stem ik in, “Nee, het hoeft geen strijd te zijn,” herhaalt ze.
En aangezien ik geloof in de kracht van de herhaling, laat ik beide zinnen met plezier ook na elkaar terug komen in deze blog. Laat ze nog maar eens lekker na zinderen voor je verder leest.

De intentie achter een boek 

Ik maak een bruggetje naar de intentie achter haar boek Ten Quintessential Questions, licht haar gezicht op. “Ik merk dat al menig persoon die mij moet aankondigen en het boek vernoemen, dan zegt: Suyin, hoe heet jouw boek, hoe moet ik dat uitspreken?” Ze lacht, maar wordt daarna serieuzer. “Wat was mijn intentie? Ik wou delen waarom ik het belangrijk vind dat het stellen van de juiste vragen super cruciaal is.” 

Het boek werd geboren uit haar fascinatie voor vragen en wat ze kunnen losmaken. “Ik heb er in het boek bewust niet gehad over generatieve AI waarin het stellen van de juiste vragen ongelooflijk belangrijk is en nog meer zal worden. Ik wou mijn idee daarover delen, maar ik wou ook kijken hoe ik met mij toch wel te beperken tot maar tien vragen, dat was een van de moeilijkste keuzes die ik moest maken. Welke tien neem ik?” 

Keuzes maken bleek een terugkerend thema. “Tweede moeilijke was: wie ga ik die vragen stellen? En dus tijdens mijn selectieproces: wie neem ik, gebeurde er vooral dat ik altijd maar extra mensen toevoegde aan mijn lijst. ‘Oh, die zou ik ook nog iets willen vragen en die ook en die ook.’” 

“In het boek doe ik meer dan gewoon de mensen quoten. Ik vertel ook wat die antwoorden met mij gedaan hebben. Soms zijn dat reacties die ik had tijdens het interview, maar de meeste van die reacties zijn eerder bij het samenbrengen en selecteren van: waar ga ik nu schrijven in het boek.” 

Wat haar boek bijzonder maakt, is dat het niet alleen inzichten biedt, maar ook verwondering oproept. “Een van de vragen is: wat zijn je non-negotiables? Non-negotiables zijn dat dingen die eens je 18 bent, op punt staan en zo blijven tot je je graf induikt? Ik denk het niet. Ik denk dat dat iets is wat kan veranderen. Er kunnen non-negotiables zijn die er geen meer zijn, er kunnen er ook bij komen.” Vertelt Suyin 

Verwondering en luisteren 

Het concept van verwondering is voor Suyin essentieel.  Ze kwam extra met de waarde ervan in contact dankzij Caroline Pauwels en haar boek.  “Caroline een van de meest fantastische vrouwen ken, ik heb haar niet gigantisch goed gekend, maar toch wel persoonlijk gekend. Ja, die verwondering waarover zij sprak en schreef: over dingen, over mensen, is echt wel belangrijk.” 

Ze benadrukt dat verwondering alleen mogelijk is als je leert luisteren. “Als er geen goede vragen gesteld worden, dan moeten we niet luisteren. Dus dat is een beetje een kip-of-een-ei-verhaal. Ik denk dat het begint bij de vragen.” 

“Zeggen van: een leider moet luisteren… Een leider die geen juiste vragen stelt, zou niet veel moeten luisteren, denk ik. Of misschien naar de radio of televisie, maar niet naar het gesprek dat hij zelf voert. Dat is mijn mening.” Vertelt Suyin.

Een onverwachte reis door taal en expressie 

“Over welk moment of welk stukje, dat er tijdens het schrijven van jouw boek zichtbaar is geworden, heb jij met verwondering gekeken?” vraag ik aan Suyin. “Een moment waarvan je dacht: verdorie, ik ben blij dat ik dit proces doorloop en dat ik nu met verwondering daar zo naar mag kijken.” 

Suyin’s antwoord is even verrassend als inzichtelijk. “Eigenlijk was het boek voor mij al geslaagd voor het geschreven was. Het feit dat ik met die mensen die gesprekken gevoerd heb, dat had een fantastische podcast geweest. Maar het waren gesprekken die ik, sinds ik met pensioen ben – lees: nooit – eens zal terugluisteren.” Ze glimlacht even, en gaat verder. “Ik was al verwonderd van alle ja’s die ik kreeg. Ik was verwonderd na elk gesprek, hoezeer ik ook gemerkt heb dat die kwetsbaarheid die in het gesprek lag, van hun kant, maar dus ook van mijn kant kwam, leidde tot heel mooie, heel mooie reacties.” 

Haar grootste verwondering kwam echter uit een onverwachte hoek. “Ik ben ook heel blij dat ik Max aan het woord laat. Ik heb dat op een heel andere manier gedaan dan bij alle andere mensen. Max is iemand die een autismespectrumstoornis heeft, die ooit bij ons een stage gedaan heeft. Eigenlijk had ik hem gezegd dat hij illustraties mocht maken voor mijn boek. Wat hij gedaan heeft, maar eigenlijk heb ik dan het licht gezien. Iets gezien waarvan ik dacht: ‘Als dit werkt, dan is het wel geweldig.’” 

Wat volgde, was een bijzondere samenwerking. “Ik heb op basis van zijn tekeningen gezegd: kijk, deze 10 tekeningen vind ik bijzonder. Daar wil ik wel iets mee doen, maar ik wil begrijpen waarom je die getekend hebt. Waarom je dit tekent aan de hand van mijn vraag? Het boek was nog niet helemaal af, en dus heb ik eigenlijk, in plaats van het puur bij illustraties van Max te laten, met hem het gesprek aangegaan. En er kwam een heel mooi gesprek uit.” 

Voor Suyin werd deze ervaring meer dan alleen een creatieve samenwerking. “Daar ben ik super dankbaar en verwonderd over, dat dat dus werkt. Het heeft mij alleen maar bevestigd: Iedereen heeft zijn eigen taal en zijn eigen interpretatie bij woorden.” 

Taal in al zijn vormen 

Suyin reflecteert op hoe taal, in de breedste zin van het woord, mensen in staat stelt zich uit te drukken. “In mijn ver, ver, ver verleden ben ik mijn carrière begonnen als ballerina. Op dat moment was natuurlijk lichaamstaal mijn taal, terwijl ik denk dat eigenlijk woorden mij beter afgaan dan bewegingen om mij uit te drukken, achteraf gezien. En misschien was dansen voor mij te veel een sport, minder een uitdrukkingsmanier.” 

Ze verbindt dit inzicht aan haar samenwerking met Max. “Sommige mensen kunnen gewoon niet zo goed praten, maar kunnen wel heel mooi tekenen. En als ze tekenen, is dat niet zomaar omdat ze tekenen fijn vinden. Ze willen daar iets mee uitdrukken, zoals dansers dansen, zoals muzikanten muziek maken, zoals we allerhande vormen hebben van delen met elkaar.” 

Voor Suyin was dit een bevestiging van wat haar boek beoogde: ruimte bieden voor verschillende manieren van expressie. “Dat is denk ik de grootste verwondering die ik toch wel gevoeld heb, dat bij de meesten met taal toch de kans gekregen hebben om zich echt uit te drukken op een manier dat ze zich begrepen voelden door mij, en dat ik dat ook heb mogen delen in het boek.” 

Wat dit proces voor Suyin vooral bijzonder maakt, is de kwetsbaarheid die centraal stond in de gesprekken. “Die kwetsbaarheid van hun kant, maar ook van mijn kant, leidde tot heel mooie reacties.” Dit, in combinatie met de verschillende manieren waarop mensen hun verhalen en ideeën delen, heeft haar boek niet alleen gevuld met woorden, maar met lagen van betekenis en emotie. 

Onbereikbare gesprekken 

“Stel,” vervolg ik ons gesprek, “je zou een vraag kunnen stellen aan iemand die eigenlijk onbereikbaar is. Wie was dat dan geweest?” Het is een vraag die de grens tussen dromen en mogelijkheden verkent, een uitnodiging om vrij te denken over gesprekken die de kans zouden bieden iets groots te begrijpen. 

Suyin glimlacht even en antwoordt bedachtzaam. “Tijdens mijn boeklanceringen heb ik altijd gezegd: er zijn veel mensen aan wie ik deze vragen had willen stellen, en waarschijnlijk ook een aantal die niet meer leven. En dan de eerste die bij mij opkwam, was mijn grootvader. Omdat ik denk dat dat een heel slim mens was. Hij weet zelfs niet dat ik auteur op mijn cv heb mogen schrijven.” Haar stem klinkt even melancholisch, maar ook krachtig. “Dus aan hem zou ik die zeker willen stellen.” 

“Maar onbereikbaar, niemand is onbereikbaar, tenzij ze er niet meer zijn. Dus als je aan mij vraagt aan wie wil ik dat stellen die onbereikbaar is, dan ga ik ervan uit dat het iemand is die niet meer bij ons is. En dan denk ik: oh ja, Michelle Obama of Oprah Winfrey, had ik ook wel eens mijjn vragen willen stellen. Maar ja, die zijn niet onbereikbaar. Dus niet meteen iemand die ik in mijn gsm heb staan, maar wat niet is, kan nog komen, denk ik dan. Je mag dromen toch.” 

Ik glimlach. “Aim for the moon and the stars.”
“Exactly,” beaamt ze met een twinkeling in haar ogen. 

“En stel dat je aan Oprah een vraag zou mogen stellen,” vervolg ik, “welke zou je dan stellen? Vandaag. Zou het er een uit jouw boek zijn, of een andere?” 

Suyin denkt even na. “Ik zou wel benieuwd zijn of zij non-negotiables heeft. Ik denk dat zij iemand is die heel erg bezig is met haar geloof. Ik heb al tegen veel mensen gezegd dat ik eigenlijk zo’n beetje de Oprah Winfrey van Europa zou willen worden. Ultieme droom, waarin de grootste sterren van deze wereld aanschuiven om met mij een gesprek te hebben in een mooie tuin, zoals zij wel vaker doet. Dat zou ik geweldig vinden, waarin dat alles besproken kan worden.” 

Haar nieuwsgierigheid gaat verder dan het oppervlakkige. “En op het moment dat ik merkte dat daar toch altijd een stukje van haar geloof in kwam, dat zou wel een vraag zijn die ik heb voor haar. Is het dan echt belangrijk dat je dat gesprek voert met mensen die ook die bepaalde diepere connectie hebben? En waarom is dat dan belangrijk voor jou? Of is dat een mis understanding van mij in de gesprekken die ik haar hoor voeren?” 

Over abstractie en moeilijke gesprekken 

Suyin verkent ook een ander fascinerend perspectief: gesprekken met mensen van wie de ideeën haar fundamenteel tegenstaan. “Hoewel ik Trump absoluut niet wil spreken, heb ik toch de naïviteit om hem te willen spreken. Om te begrijpen wat hem dan bezighoudt, en de naïviteit om te denken dat ik hem kan overtuigen van een aantal van mijn waarheden. En met mij denk ik een heel groot aantal mensen die denken dat hij het niet echt op een goede manier aanpakt.” 

Ze heeft een bereidheid om abstractie te maken van verschillen in overtuiging. “Zo zijn er nog wel gesprekken die ik zou willen voeren met grote wereldleiders. Dus ik zou daar echt abstractie doen van het feit dat zij er heel cruciale ideeën over nahouden die niet de mijne zijn.” 

En terug bij Oprah blijft haar nieuwsgierigheid even krachtig. “En in die link met haar geloof: zijn er dan mensen die sowieso van haar lijst gaan?” 

Wat in dit gesprek opvalt, is hoe Suyin’s nieuwsgierigheid en intentie haar leiden naar onverwachte plekken, van gesprekken die nooit gevoerd konden worden met haar grootvader, tot de vragen die ze nu nog zou willen stellen aan Oprah of zelfs een controversiële wereldleider. Haar vermogen om voorbij verschillen te kijken en zich af te vragen wat mensen écht drijft, laat zien hoe krachtig nieuwsgierigheid kan zijn – zelfs naar mensen of ideeën die je misschien liever uit de weg zou gaan.

De moed om te beslissen 

“Wie bewonder jij voor zijn of haar moed in een bepaalde besluitvaardigheid?” vraag ik aan Suyin. Het is een vraag die raakt aan iets wat we allemaal herkennen: het moment waarop een beslissing genomen moet worden, soms in het volle zicht van anderen, soms in stilte. 

Ze glimlacht even, maar denkt duidelijk diep na. “Oh, moeilijke vraag. Bewonder ik iemand voor zijn besluitvaardigheid? Ik denk dat ik wel meer mensen bewonder voor hun besluitvaardigheid.” Ze stopt even, alsof ze het gewicht van haar antwoord voelt. “Ik denk dat we altijd veel te weinig rekening houden hoe moeilijk het is om bepaalde besluiten te nemen.” 

Ze maakt een interessante vergelijking: “We hebben altijd, als we het dan makkelijk nemen, op mensen in de politiek heel veel commentaar op hoe zij hun besluitvorming voeren. Iedereen had het altijd anders gedaan. Maar dat doet mij denken aan hoe ik kijk naar de hockeymatchen van mijn kinderen. En denk: je moet het zo doen, je moet het zo doen. Tot je dan een stick vastneemt. En voelt hoe moeilijk het eigenlijk is.” 

Het lijkt een simpele observatie, dat beslissen van een afstand altijd makkelijker lijkt, maar het legt de kern bloot.  

Dus Suyin kiest bewust voor iemand in een hedendaags voorbeeld van besluitvaardigheid. “Een van de mensen die ik de afgelopen periode, om het dan bij de politiek te houden, wel heel goed vind in haar besluitvorming is Annelies Verlinden. Zij is, denk ik, echt een vrouw die veel ervaring heeft, die ook uitspreekt dat ze in haar huidige rol misschien nog beperkt ervaring heeft, maar daarom niet terugdeinst om beslissingen te nemen.” 

Wat haar inspireert, is de authenticiteit waarmee Verlinden haar leiderschap vormgeeft. “Ik heb de indruk dat ze het echt niet doet om sympathiek gevonden te worden. Ze neemt beslissingen omdat ze moeten worden genomen.” Suyin glimlacht. “Ik vertrouw een beetje op haar om verder goede besluiten te nemen voor ons landje.” 

Een persoonlijke vraag 

“Stel dat je Annelies iets zou mogen vragen,” vraag ik, “wat zou je dan aan haar vragen?” 

Suyin’s eerste antwoord is verrassend. “Ik denk dat ik haar zou vragen om aan mijn oudste dochter, die rechten wil studeren, uit te leggen waarom zij zelf rechten gedaan heeft. En te toetsen of Noa haar keuze voor rechten de juiste keuze zou zijn.” Ze lacht even, misschien om de luchtigheid van die persoonlijke vraag te benadrukken, voordat ze doorgaat naar een meer principiële kwestie. “Ik zou haar ook willen vragen: gelooft ze in partijpolitiek? Of zou de politiek van ‘gewoon mensen’ ons verder brengen?” 

Ik vul aan: “Weet je wat ik haar zou willen vragen: wanneer vindt zij het moeilijk om een besluit te nemen? En lijkt het alleen maar zo dat zij heel besluitvaardig is, of zijn er momenten die veel minder evident zijn?” 

Suyin knikt instemmend. “Ik denk dat de beste besluiten misschien juist genomen worden door mensen die net niet zo makkelijk besluiten nemen. Als je een beetje twijfelt, dan denk ik dat de besluiten die daaruit komen vaak betere besluiten zijn. In plaats van mensen die heel rechtlijnig gewoon hakken met de bijl: dat gaan we doen.” 

We praten door over de rol van nieuwsgierigheid in besluitvorming. “Kiezen om nieuwsgierig te zijn,” zeg ik, “om eerst even stil te staan bij bepaalde kanten van verhalen, van feiten, voordat je een besluit neemt. Los van crisissituaties natuurlijk. Want situationeel is daar uiteraard ruimte voor nodig.” 

Suyin knikt weer. “Ik denk dat je de juiste leider op de juiste plek moet hebben op het juiste moment. Natuurlijk heb je inderdaad niet altijd de luxe om pionnen te gaan verschuiven in bepaalde crisissituaties. Maar je zou toch mensen moeten hebben die wat dat betreft heel agile zijn. Die goed met de situatie kunnen omgaan en de situatie een beetje boven hun eigen ego kunnen stellen op het moment dat er beslissingen genomen moeten worden.” 

Ze wijst op hoe complex het nemen van beslissingen over je eigen leven kan zijn. “Het is misschien niet moeilijker, maar het is wel complexer. Het is een andere manier van besluiten nemen. Want je moet veel meer variabelen bekijken alvorens je een besluit kan nemen.”

Leiderschap in turbulente tijden 

Het gesprek verschuift naar de wereld van vandaag. “We staan vandaag voor grote uitdagingen,” zeg ik. “In de wereldeconomie, in de wereld in het algemeen. Het lijkt wel alsof alles tegelijk gebeurt.” 

Suyin reageert met een duidelijke visie. “Ik denk dat de grootste uitdaging is om alle mensen ervan te overtuigen dat een leven lang leren noodzakelijk is. En dat het ook heel leuk is. Natuurlijk wordt dat voor iedereen op een andere manier ingevuld. Maar het is zo belangrijk dat iedereen mee zit op die boot.” 

Ze ziet positiviteit als een kernwaarde in leiderschap. “Kijk vanuit een positiviteit naar de toekomst. In plaats van naar negativiteit en wat we allemaal gaan verliezen. Er gaan dingen bijkomen. AI bijvoorbeeld. Mensen zeggen: AI gaat onze jobs wegnemen. Maar misschien gaat AI in veel snellere mate het hele sustainability-verhaal kunnen oplossen.” 

Haar boodschap is hoopvol, maar ook realistisch. “Positiviteit, en niet naïviteit. Je moet ook de dingen durven benoemen zoals ze zijn. De moeilijke knopen doorhakken. Als dat betekent mensen ontslaan, dan is dat zo. Maar dat wil niet zeggen dat je een negatieve leider bent. Je moet een eerlijk verhaal blijven vertellen.” 

En zoals wel vaker, sluit ze af met een kernpunt. “Mensen moeten begrijpen waarom. Waarom neemt iemand een bepaalde beslissing? Die waarheid is wel belangrijk.” 

De essentie van leiderschap: intentie, keuzes en magnetisme 

“Van waaruit vertrek je als leider?” vul ik aan op wat Suyin net zei. “Wat is je intentie bij het maken van keuzes? Vertrekt dat vanuit een tekort of een overvloed? Vanuit angst of vertrouwen? Zelfs bij moeilijke beslissingen, zoals het ontslaan van mensen, blijft dat cruciaal. Doe je dat omdat je bang bent, of omdat je weet dat het de noodzakelijke stap is? Maar zelfs dan: hoe ga je daar empathisch mee om?” 

Suyin knikt instemmend. “Ik denk, er is maar één ding waar we allemaal leider van moeten zijn, en dat is ons eigen leven. Alle andere leiderschapsposities zouden in mijn ogen keuzes moeten zijn die mensen maken.” Ze pauzeert even, en haar stem krijgt een reflectieve toon. “Maar ik zie toch nog steeds te vaak mensen in managementposities die eigenlijk helemaal geen leiders willen zijn. Ze zijn daar niet omdat ze dat verlangen voelen, maar omdat dat simpelweg de volgende stap lijkt.” 

Suyin legt uit hoe gevaarlijk het kan zijn om mensen in een leiderschapsrol te duwen die ze eigenlijk niet willen. “Sommige mensen willen gewoon groeien in wat ze doen, zonder op die ladder verder te klimmen. Maar dan zeggen we: geef ze meer verantwoordelijkheid, want dat is ‘logisch’. Dat vind ik niet logisch. Je geeft hen dan een vergiftigd geschenk. Het kost hen uiteindelijk meer dan het oplevert.” 

Haar boodschap is helder: leiderschap moet een bewuste keuze zijn. “Leiderschap is, denk ik, een uitgestoken hand: wil jij ons mee op sleeptouw nemen? Daarop kan je ja of nee zeggen. En als je ja zegt, moet je blijven groeien. Niet alleen in vaardigheden zoals communiceren, luisteren en beslissingen nemen, maar ook in je begrip van de business, van mensen, van jezelf.” 

Ze benadrukt dat leiderschap voor haar tijdelijk mag zijn. “Sommige leiderschapsrollen zijn eindig, en dat is oké. Neem mee wat je hebt geleerd, en ga verder. Misschien naar een andere groep, groot of klein. Maar blijf niet hangen in een rol die je energie opslokt. Het is geen naam die je voor het leven krijgt: ‘de leider van…’.” 

 “Soms moet je jezelf afvragen: klopt dit nog? Zie ik mezelf nog als leider?” Reflecteert ze verder. “Maar ook: zien anderen mij nog als leider? Die vragen durven stellen, is belangrijk. En als het antwoord nee is, dan moet je ook de kracht hebben om een stap terug te nemen.”

In mijn boek: Magnetisch leiderschap, is het alvast een thema dat ik aansnijdt. Omdat leren en durven loslaten onvermijdelijk en dus vooral heel erg waardevol is. 

Een vuur dat blijft branden 

Ik vraag Suyin naar haar kijk op magnetisch leiderschap. “Ik denk dat we inderdaad moeten kijken, zoals jij doet in je boek, naar de wetenschappelijke verklaring van magnetisme. Maar het is niet iets wat je zomaar mag aannemen. Misschien is het wel een bepaalde magnetische aantrekkingskracht waarom mensen hun verhaal aan mij vertellen.” 

Ze denkt even na en vervolgt. “Magnetisch leiderschap gaat over mensen aantrekken, maar ook over afstoten. Over een energie die je uitstraalt. Sommige mensen hebben dat van nature, maar ik denk dat je veel ervan kan leren. Een vriendelijke blik, een open houding – dat helpt. Maar het gaat vooral om die vlam levend houden. Als je vuur maakt en er geen zuurstof aan geeft, dooft het. Dat geldt ook voor leiderschap.” 

Suyin erkent dat magnetisme niet alleen positief hoeft te zijn. “Magnetisme is krachtig, maar ook gevaarlijk. Een magneet trekt niet alleen aan, maar kan ook vastklemmen. Denk aan een briefje dat je op een koelkast hangt. Het blijft daar, ongeacht of het wil of niet. Sommige mensen zitten vast in ongezonde situaties door de magneet die hun partner, baas of leider is.” 

Ze benadrukt het belang van bewustzijn en verantwoordelijkheid. “We moeten die negatieve kant van magnetisme erkennen.” 

Ze sluit af met een reflectie die de kern van magnetisch leiderschap raakt. “Magnetisch leiderschap is fantastisch, maar het kan ook misbruikt worden. Het is aan leiders om die kracht zorgvuldig in te zetten, niet voor macht, maar voor verbinding en groei. En om te blijven leren, te blijven groeien – voor zichzelf én voor anderen.” 

Charisma en impact 

“Het stuk machtsmisbruik, mensen naar je toe trekken… zoals hoe we er ook eerder in dit gesprek naar voor brachten,” begin ik. “Het is ook iets waar ik in mijn boek bewust bij stilsta. Voor mij is het als leider enorm belangrijk dat je heel zelfbewust bent. Bewust van de impact die je maakt, de invloed die je hebt op je systeem – zowel positief als negatief. Maar ook: wat is de impact van dat systeem op jou?” 

Suyin knikt instemmend. “Je boek en magnetisch leiderschap gaat over zoveel meer dan alleen charisma,” zegt ze. “Charisma is een heel persoonlijk gegeven. Wie vind je dat charisma heeft? Het is eigenlijk onverklaarbaar. Er zijn mensen die me opvallen, maar dan vraag ik me af: heeft iedereen dat gezien, of ligt het aan mij? Het is persoonlijk.” 

Ik pik haar gedachte op. “Je hebt gelijk. Wat maakt dat iets opvalt? Het ene charisma raakt jou, maar misschien helemaal niet iemand anders. Dat fascineert me. Wat is dat dan? Charisma in een leiderschapspositie, bijvoorbeeld. Wat iemand magnetisch maakt voor de één, laat de ander compleet koud.” 

Ik deel een anekdote uit een eerdere podcast. “Ik had het erover met Caroline van Cauwelaert. We spraken over Julia Roberts en haar aantrekkingskracht. Ik was jong, maar toen al bezig met die vraag: wat is dat dan? Die aantrekkingskracht. Dat was voor mij een van de eerste vragen over wat mensen, maar ook bedrijven, zo magnetisch maakt. Het gaat zoveel verder dan alleen persoonlijkheid.” 

Suyin glimlacht. “Ja, en het is ook een kwestie van doseren. Iemand kan te uitbundig zijn, te rustig, te wat-dan-ook. Dat ‘te’ is altijd een moeilijke. Mensen die leren doseren, die balans vinden tussen hun natuurlijke uitstraling en wat ze bewust inzetten, worden misschien eerder magnetisch. Maar je moet ook luisteren naar wat mensen zeggen dat je uitstraalt. En dat niet meteen wegwuiven. Als ze dat zeggen, dan zal het wel zo zijn, ook al denk je zelf iets heel anders.”

Een kleine bijdrage met een grote impact

“Je zei net: luister naar wat mensen over jou zeggen. Maar op een dag ben je er niet meer en kun je dat niet meer horen. Wat zou je heel graag willen dat mensen over jou zeggen, als je er niet meer bent?” 

Suyin denkt even na. “Oeh, dat is een moeilijke,” zegt ze. “Ik hoop dat mensen kunnen zeggen dat ze iets aan mij gehad hebben. Of het nu positieve aandacht was, liefde, vriendschap, een leuke babbel, of dat ik een goede moeder was. Misschien zelfs een goede grootmoeder,” voegt ze met een glimlach toe, “en een goede leider.” 

“Ik hoop dat mensen vinden dat ik altijd op een respectvolle manier de waarheid gedeeld heb. En dat ik anderen tot inzichten heb gebracht die hen verder hebben geholpen. Misschien, heel naïef, dat ik toch een klein beetje heb bijgedragen aan wereldvrede.” 

Ik glimlach en voeg afrondend toe: “En wie weet heeft deze aflevering daar al toe bijgedragen. Who knows?” 

Suyin’s recensie over ‘Magnetisch Leiderschap’

“Op een dag hangen mensen net iets vaker aan je lippen, want ze willen net dat extra stukje van je hart. Dat is het moment waarop je magnetisch geworden bent. Niet door wat je gedaan hebt, maar omdat je omarmt wie je bent. Die magnetische kern moet je blijven voeden. Met vuur, of hij dooft uit. Met dit boek krijg je heel wat sprankelende ideeën. Anne deelt ze met haar unieke sausje erover. Ze legt ook originele linken waar je er misschien nog geen zag. Kortom: een boek voor elke leider, jong of oud”.